top of page

Dilys van Godselbos +

14/06/2003~Merrie~1.70m

Dilys (Clinton) is een dochter van Tsarine des Moites Fontaines (Lys de Darmen x Skippy II) en een kleindochter van Caty de la Blotherie (Sudan). 

Dilys beschikt over een E-label stb. Zij is een merrie met ruime gangen, mooie maat, een x-factor en enorm vermogen. Eigenschappen die zij allen door geeft aan haar nakomelingen. 

Haar volle broer Eomar was geselecteerd voor de finale vrijspringen jumping Mechelen 2006. 

Dilys haar zoon, Icarus van Godselbos, alias Cap Pas Cap Van Godselbos (Darco) springt 1.45m onder het zadel van Svitlana Vinnichenko (UKR). Hij kan oa een 1e pl. CSIYH1* 2014 Wiener Neustadt (AUT) (1.30m) op zijn naam schrijven. 

Dilys haar dochter Hestia Van Godselbos (Cabrio vd Heffinck) is verkocht naar Nederland en heeft haar carrière uitgebouwd onder het zadel van Lucienne de Winter tot niveau 1.35m (oa. 1e pl. young horse challenge 7 yrs, 2 phases special 2014) . Door ongelukkige omstandigheden is deze beloftevolle merrie overleden op jonge leeftijd en heeft zij haar carrière niet verder kunnen zetten. 

Dilys haar zoon van Kannan (Paghani van Godselbos, °2015) toont eveneens veel vermogen op de sprong en mooie bewegingen. Hij springt momenteel in training parcours 1.40m succesvol rond (wedstrijd 1.20). Een belofte voor de toekomst. 

Remember Me, een Emerald zoon van Dilys haar zus (Cyra van Godselbos) °2017 springt momenteel 1.25m met zijn ruiter Julia Ostrowska. 

​​

Dilys Van 't Godselbos.jpg

Dilys van Godselbos

Dilys Van 't Godselbos.jpg

Corrado I 

Cor de la Bryere

Soleil

Urte I 

Masetto

Ohra

Tsarine des Moites Fontaines

Et hop X

Darmen

Poesie des Moites Fontaines

Skippy II

Caty de la blotherie

Afstammelingen: 

  • Hestia van Godselbos (Cabrio vd Heffinck) (1.35m-spr. NED)

  • Cap pas cap (Icarus) van Godselbos (Darco) (1.45m-spr. UKR)

  • Paghani van Godselbos (Kannan, 2015, 1.20m sj)

  • Quindra Van Godselbos (Diamant de Semilly, 2016)

  • Tito van Godselbos (Untouchable, 2019)

  • I Star GBS Z (I'm Special de Muze, 2021)

bottom of page